Een model moet zo simpel zijn als mogelijk en zo complex als nodig.
Dat leerde ik als student sociologie al in het begin van deze eeuw.
Met die ogen kijk ik sindsdien altijd naar modellen: vatten ze de werkelijkheid genoeg samen en laten ze niet onmisbare nuances weg? En dan vooral met in gedachten waar het model voor wordt gebruikt.
DISC is zo’n model waar ik altijd wat jeuk bij kreeg. En nog steeds. Veel te makkelijk en overgesimplificeerd om mensen in een kleurtje te zetten. Net als andere managementinzichtenmodellen trouwens.
Ieder mens is uniek. Uniek in z’n gedrag maar ook in hoe hij/zij gedrag van de ander interpreteert. Dat maakt dus dat wat ik als ‘rood’ zou bestempelen, voor iemand anders niet per se ‘rood’ is, maar eerder ‘blauw’. Als we elkaar gaan zitten overtuigen (“hij is ROOD hoor!”… “Nee man, hartstikke BLAUW! Dat zie je toch?”), dan kom je niet veel verder. Je zet elkaar vast.
Veel interessanter is het, om het te hebben over wát je ziet en wáárom je dat als rood, blauw, geel, groen of welke kleur dan ook bestempelt. Nog beter is het om het te hebben over wat jij denkt dat de ander ziet. Dat levert pas echt verbinding op.
Dat bracht ik laatst in de praktijk met een team dat ik begeleidde in een gesprek over hun onderlinge samenwerking.
Ik vroeg ze van te voren om een hele beknopte DISC test te doen. Net om de uitslag van de test, maar om te leren wat er bedoeld wordt met de kleuren.
Tijdens de middag liet ik de deelnemers in tweetallen in gesprek gaan. Ik liet ze opschrijven welke kleur zij dachten dat de ander hen zou geven. (een dubbele omdenker.) En dan dáárover in gesprek.
Hiermee moesten de deelnemers zich verplaatsen in hun collega en zichzelf door diens ogen bekijken.
Dat is eigenlijk een oefening in empathie, veel meer dan de toepassing van een model.
Het leverde voor de deelnemers verrassende en mooie gesprekken op.
Wees dus wijs met hoe je een model toepast én heb het er vooral over. Pas dat levert echte inzichten op.
Kort de stappen samengevat, zodat je de oefening zelf ook kunt toepassen:
- Schrijf op welke kleur jij denkt dat jouw collega heeft. (Niet laten zien!)
- Beantwoord om de beurt de volgende twee vragen: “Ik denk dat jij denkt dat ik kleur … heb, omdat….” en “Ik denk dat jij vindt dat dat in ons team wel / niet voldoende tot zijn recht komt, omdat…“
- Klopte dit met wat jullie over elkaar opgeschreven hadden? Klopt het wat je van elkaar dacht? En wat niet? En wat kwam er uit de DISC test?
- Probeer een open gesprekje te voeren over wat je hiervan leert, over jezelf, over je collega én over jullie team.
- Schrijf op wat raakte in het gesprek.